Het belichten van de innerlijke criticus.
Horen jullie ook dat stemmetje dat altijd iets aan te merken heeft op wat je doet of laat? Ik herinner mij nog het karikaturaal plaatje met het motiverend engeltje aan het ene oor en het duveltje bij het andere oor. Het duveltje dat al te graag angsten en beperkingen uitvergroot zodat je flink gaat twijfelen aan jezelf. Ik herken dat.
Die innerlijke criticus die je weghoudt van het voldaan gevoel dat zelfvertrouwen met zich meebrengt. Een pietje precies die over je schouder meekijkt of jouw taken tiptop in orde zijn. Meneertje volmaakt schijnt niet snel tevreden. De perfectie zichzelf heeft altijd iets aan te merken. Hoe hard je je best doet, het lijkt nooit goed genoeg. Wat je ook doet, het kan altijd beter. Dat infernaal stemmetje houdt ons bedeesd, klein of onzichtbaar. Hard voor onszelf en daardoor hard voor de andere. Als het even minder gaat, voelen we ons een mislukkeling. Het remt iedere vooruitgang. Vanwaar komt die stem? Is het de stem van de strenge leerkracht vroeger op school die in mijn hoofd is vastgelopen? Is het de stem van de veeleisende opvoeder met hoge verwachtingen die ik geïnternaliseerd heb? Wie legde de lat zo hoog voor mij dat ik de lat nu zo hoog voor mezelf leg? Waarom heeft dat hels duveltje zoveel meer impact op me dan het helder engeltje?
Waarin je gelooft, dat groeit. Geloven opvoeders in hun kind, dan gelooft het kind in zichzelf en zal het engeltje in een boventoon bemoedigende woorden uitspreken die dat kind helpen opgroeien tot talentvolle volwassene. Blakend van zelfvertrouwen gaat dat talent door met leven. Als het dan toch even minder gaat, hangen schouders niet lang laag. Ze hervatten moed en gaan verder. Geloven opvoeders niet zodanig in het kind, dan ontwikkelt het duveltje zich in een heel kritische opvolging van een onzekere volwassene. Een foutje voelt dan meteen als flater. Het vol potentieel komt er niet uit door zelfsabotage van een arglistig stemmetje die aanspraak doet op faalangst. Ik was gewend geraakt aan die strenge stem in mezelf. Het haalt me regelmatig naar beneden. Uit angst voor afwijzing ga ik in de laatste minuut twijfelen en haak af. Dat aantrekken en afstoten is vermoeiend voor mezelf en voor mijn omgeving. Het vraagt van me om het duveltje op te merken als onwijze onzin die voortkomt uit kwetsuur. Het vraagt om te leren zeggen: Daar ben je weer. Ik hoor je wel maar ik geloof je niet langer meer. Het engeltje dat amper hoorbaar is, leg ik op mijn schouder dichtbij mijn oor. Jou zou ik graag vaker horen want jouw bemoedigende woorden helpen mij met geloven in alle talenten die ik rijk ben. Ieder van ons barst van talenten. Of die talenten zichtbaar worden of verscholen blijven, is een kwestie van engeltjes die samen met ons en onze omgeving geloven in onszelf. Zonet had ik de moed om eerlijk naar mijn werkgever uit te spreken dat ik door burn-out met als gevolg ontslag een flinke deuk heb opgelopen in mijn zelfvertrouwen. De angst voor afwijzing is er. Ik zet me in, in het opkrikken van mijn zelfvertrouwen. Kleine succeservaringen organiseren voor het opwaarderen van dat engeltje dat vleugels krijgt bij het zien van een ziel dat uitblinkt in aangeboren kwaliteiten.
Mademoiselle Marteaux