Le Jardin Botanique en ik.

04-02-2024

Je kunt er gewoon niet omheen zien. Niet overheen kijken. Of rondom lopen, zonder dat het opvalt.

Het wonder van vergane glorie van een stad altijd in vernieuwing en nooit nieuw, voltrekt zich hier pal voor je neus. Voor mij staat een gedateerde transportwagen nogal slordig gestationeerd op een plek waar niet geparkeerd mag, met ingedeukte nummerplaat waarop eigenhandig gekleefde letters van bij Mr Bricolage voor lange tijd hun werk doen. Ik kijk beter, zie nu pas dat de rode letters niet gekleefd, dan wel geverfd zijn op een plaat die ruim twintig jaar geleden wit zag en nu niet meer. Vlakbij hangt een nonchalante heer zijn ouderwetse damesfiets met slotketting vast aan een veiligheidshek die van pas komt als fietsenstalling. Naast mij zie ik roestige stoelen aan gammele tuintafeltjes. Terracottapotten in alle maten met cactusachtigen, palmboomsoorten en een enkele bananenboom, doen dit terras één worden met de al even exotische entourage van de botanische tuin. Het groenbeslagen serreglas contrasteert verder schaamteloos met het sierlijk smeedwerk eromheen. Iets verderop pronken solitaire parkbomen omwald door een kakofonie aan hoogbouwflats die ondanks hun grandeur nauwelijks uitsteken boven eeuwenoude beuken, eiken en naaldbomen uit dit arboretum. Precies op deze plek geniet ik aan zo'n krakkemikkig tafeltje van een hemelse 'tisane faite maison'. Handgeplukte goudsbloem, citroenverbena, cassis en rozenblaadjes tot aan de rand gevuld in een theekan van bij de kringloopwinkel, inclusief een koekje van eigen deeg en een klontje rietsuiker van de wereldwinkel. Een nostalgische compositie geserveerd op een pizzaplaat die nu dienstdoet als dienblad. Het lawaai van de drukke doorgangsweg met een fanatieke drilboor die luidruchtig verklapt dat er hard gewerkt wordt aan één van de vele straatklusjes die deze stad telt, maakt het gekrioel van indrukken haast compleet. Hier kom ik een middagje verpozen. Hier verwonder ik me over hoe vergane glorie en modernisatie als een iets wat vloekend maar vooral interessant geheel naast elkaar leven. Altijd in vernieuwing en nooit nieuw, dat is de onmiskenbare charme van Luik.

Nu ik hier zit, merk ik hoe heimwee me overvalt. Ik ben hier te lang niet geweest. Waals in hart en bloed ben ik minstens voor de helft ook die nonchalante simpliciteit. Ik ben part van die imago-loze charme, deel van deze onverbloemde eerlijkheid. Ik ben de chaoot die nooit verveelt in de soms vervelende chaos. Mijn Waalse genen aan moederskant herkennen deze sfeer als vanzelf, nooit in vergetelheid geraakt ondanks een ambitieus Vlaams leven. Hier valt de puinhoop die mijn leven op dit moment is in de nasleep van een burn-out, amper op. Alsof Luik en ik allebei van het leven een geweldig zootje maken zonder dat het ons eigenlijk verder stoort. Laat het maar even zooi zijn, denken we samen want uit warboel ont-Luik-t altijd weer iets nieuws, iets interessants.

Als thuis geniet ik nu in volle teugen van deze artisanale kruidenthee die met een glimlach geserveerd door glimlach met een kroezige bos haren in een vlugge dot opgestoken, nog beter smaakt. Zonder enig greintje bluf laat Luik zich hier naakt zien in al haar kwetsbaarheid, met een lach, een traan, de shit en het succes. Daarom lief ik haar. Ik heb haar leren lieven, zoals ik mezelf ben gaan lieven zoals ik ben. In de Jardin kom ik vandaag tot rust. Voor even wordt er niet aan mijn mouw getrokken door een tiptop Vlaamse cultuur dat in onnodige opschudding duidelijk laat merken dat je altijd achterloopt in een mateloze up-to-date. Burn-out niet langer dan één maand mag duren. Ja heerlijk! Voor even hoeft het niet netjes of strak! Een moment lang mag ik blijven zitten aan een ietwat haveloze tuintafel waar een goddelijke tisane ondertussen de bodem bereikt heeft. Daar waar de tijd stilstaat, in die roestiger sfeer, in die ongecompliceerde eenvoud.

Hier voel ik me thuis.


Mademoiselle Marteaux