De vraag is liefde. Altijd.
Dit weekend baad ik in een oceaan van liefde. Ik sudder in heerlijkheid. Braiseer in bevrediging. Ik marineer in een zalige sfeer. Smoor in welbehagen. Ik kan gerust zeggen dat ik zowat overkook van genoegen. Het is op een reünie van Lomi Lomi binnen een Ardens kasteel in het Waals woud waar een zeventigtal masseurs samenkomen om uit te wisselen. Daar beleef ik wat een mens als ondergrond nodig heeft: een zee aan liefde. Liefde dat simpelweg is, liefde dat geen moeite kost. Liefde als ruimte om te omarmen met al wat er is. Liefde ziet verder dan vertoningen voor de schermen daar waar de ziel zich verbergt in een camouflage van oud zeer. Liefde is de waakse of wrevelige pijn zien en horen, herkennen en erkennen om door te kunnen prikken tot bij de kern. Velen zien elkaar hier voor het eerst. Desondanks vullen de banken bedoeld voor drie, zich moeiteloos met zes. Verder is het een raadsel wie de koppels zijn en wie vrijgezel is want dat lijkt geen obstakel om hoofden te troetelen, voeten te kneden, huiden te kittelen en boezems te omhelzen. Lomi Lomi wordt weleens knuffelmassage genoemd. Niet gek dat het vleierige natuurlijk voelt voor deze Ohana; deze mensenfamilie met zielsconnecties die veel verder reiken dan bloedverwantschap.
Ik heb die warme liefde dat weekend diepgevoeld. In de scrub die we joviaal over elkaars lichaam smeren, staand op het gras onder het maanlicht vooraleer de sauna in te gaan. In een gedeelde traan en een hand op mijn schoot bij de wederzijdse ontroering tijdens een gezongen lied. Een vinger die zachtjes tikt op mijn hart tot de dam uiteindelijk breekt in een tranendal. Ook die keer na het avondeten met vijf aan tafel voelen we dat overprikkeling vraagt om troost. Er zijn weinig woorden nodig om futons te vinden, lepeltje lepeltje bij elkaar als een liefdestreintje te liggen, met armen over elkaar heen geslagen. We wisselen zodat geen lijf half in de kou blijft. Als het organiserend team de matrassen aan de kant schuift voor de volgende activiteit, komen we onverstoord overeind, zetten de knuffelsessie voort door elkaar om beurt in het midden van een knusse kring te plaatsen voor iets als baarmoederbeleving. We gloeien in het bijeenzijn. Samen zakken wij.
Terugkeren naar een realiteit die vergeten is wat liefde is, verkoelt bruusk de liefdeskoorts die me drie volle dagen had doen zwieren in liefdevolle blikken van herkenning en erkenning. Het geven en ontvangen van zoveel toegewijde aanraking heeft mijn hart verder geopend dan ik ooit voor mogelijk hield. Het heeft mij de veilige haven doen voelen waar ik als kind alsmaar naar op zoek was. Het voelde alsof ik het hele weekend aan het liefdesinfuus heb gehangen, daarvan nu mag ontwennen. Het is een uitdaging om de stralenkrans rond mijn warm gelopen lijf stralend te houden en gelijk vraag ik me af: Waarom moet ik afkicken van een zachte omgang, waarom moet ik wennen aan het afstandelijke wat het normale doen is geworden? Vrezen we met z'n allen liefde? Dat die teveel gaat zijn om aan te kunnen? Zijn we knuffel-bang geworden? Angstig om mensen dichterbij te laten? Of zijn we in vereenzaming zodanig afgekoeld dat we nauwelijks nog weten hoe verwarmend, hoe voedend en vervullend liefdevolle aanraking kan zijn? Zijn we die eenvoud vergeten?
Wat ik nu inzie is dat als we terugschrikken omdat we niet meer weten hoe te verbinden, de vraag liefde is.
Wat ik nu besef is dat als we fel worden uit verdediging vanuit diep geraakt zijn door iets, de vraag liefde is.
Wat ik nu onderken is dat als we verharden uit bevreesdheid om nog meer pijn te voelen, de vraag liefde is.
Wat ik nu weet is dat als we alleen bezig zijn met onszelf omdat we flink verknoopt zijn, de vraag liefde is.
Wat ik nu voel is dat in een knokpartij, een afmars of andere drama vanuit smart, de enige vraag, liefde is.
Als we ons omdraaien na ontgoocheling, is de vraag liefde. Als we uitspreken niemand nodig te hebben, is de vraag liefde. In het terugdeinzen bij een heleboel verwachtingen, is de vraag liefde. Als mensen hard op hard zijn, is de onderliggende vraag liefde. Liefde is de meest heilzame remedie voor elk genre pijnscheut. Terughoudendheid, tegenstoot of tegenspreken zijn enkel overlevingsmethodes. Mooi maar hoe doe je dat dan? Het ontwikkelen van Aloha en mededogen vraagt om verder te zien dan allerlei acties uit onmacht. Het vraagt om door te douwen naar de basisvraag: zie mij, hoor mij, erken mij, heb mij lief met alles wat ik ben. Hoe je dat doet? Door je eerst af te vragen: Waar wil jij respons op geven? Op de pijnscheut of de liefdesvraag? Dat is jouw keuze, jouw oefening. In bewustwording en acceptatie van mijn eigen pijnreacties verzacht ik. Ik leer leven met imperfectie. Dat pijn niet meteen opgelost moet, alleen gezien. Medelijden lijdt mee, zoekt uitkomst, wil zo snel mogelijk van pijn af. Mededogen toont immens veel geduld; vraagt en verwacht niets.
Wat dit weekend mij bracht? De weldaad van knuffelen, die vergeet ik niet gauw meer. Gewend om thuis elk een eigen plekje op de bank te bezetten, sleur ik nu sneller een kind tussen mijn warm moederschoot voor kroezelen in het haar of zoentjes op 't gezicht (als ze dat leuk vinden). Ik ga sneller op schoot bij vrienden of geef hen een zitplekje op mijn bovenbenen. Als ik het spreken moe ben, lig ik bij een dierbare in de armen en kom bij in stilte. Ik geniet van knuffels die ruimte maken in mijn midden, knuffels die mijn lichaamscellen doen oplichten of een lach toveren op mijn gezicht. De basis van een gelukkig leven is zo eenvoudig dat we het in onze veelheid vergeten zijn. Wat zijn we ingewikkeld geworden! 't Is pertang zo eenvoudig, mens toch. Zacht zijn. Open gaan. Warmte delen. En hoe lastig omstandigheden kunnen zijn, altijd en overal beseffen:
De vraag is liefde.
Het antwoord is liefde.
Altijd.
- Met dank aan Ricardo, Lomi Lomi teacher -
Mademoiselle Marteaux