De eigenwijze trekjes van een kattenmens.
Vanmorgen keek ik naar mijn Turkse Angora kat. Een parelwitte schoonheid aan het za-zen op het nep-bont vachtje van de oude appelkist voor het raam. Voor wie za-zen onbekend klinkt, het is een zen-meditatie waarin kalmte wordt gerealiseerd. Ik was op mijn manier ook aan het za-zen op de stoel bij het raam. Kalm, met een kop koffie. Ik kijk naar die schone kattenprins en weet ogenblikkelijk: jij en ik gelijken op elkaar.
Mijn moeder vertelde mij als
kind over kattenmensen en hondenmensen. Zegt de voorkeur voor een hond of kat meer over onze persoonlijkheid? Ik stel me de vraag. Het blijkt dat mensen met karaktereigenschappen van een kat eerder katten nemen en mensen die in het leven staan als een hond, dikwijls honden houden. Er zijn ook van die mensen zonder expliciete voorkeur. In hun gebalanceerd temperament passen beide. Kattenmensen zijn in het algemeen meer introvert en gevoelig. Nauwelijks aan banden te leggen, behoeven ze aan eigen territorium om onafhankelijk te leven. Elegant met ogen die het mysterieuze uitstralen, achten ze zelfzorg hoog. Hondenmensen zijn in hun extravert karakter meer naar buiten
gericht. Ze zijn levendig en actief en hebben minder last van een drukke
omgeving. Hondenmensen zijn over het algemeen loyaal en trouw. Het zijn echte teamspelers met regels. Ze zijn geroutineerd. Honden zijn groepsdieren met behoefte
aan een duidelijk leider in ondubbelzinnige afspraken.
Stiekem lach ik als bezorgde mensen mij een rustige partner toewensen in een geroutineerd leven om mij iets meer in het gareel te houden. Heb je al eens een kat aan een leiband gezien? In mijn katachtige natuur ben ik niet doorsnee. Ik ben die sociale einzelgänger die geniet van soortgenoten om me heen zonder al teveel gedragscode of al teveel praatjes. Samenwerken gaat sinds begin af aan lastig en netwerken doe ik het liefst knuffelend. Aaipoes spelen werkt meestal als ik iets gedaan wil krijgen. Het leven is net als voor mijn katten een pretpark aan uitspattingen. Als de kat in mij kon vliegen, was er geen spreeuw meer in de lucht. Bij regenweer hang ik al even lusteloos rond in een depressieve bui en als de zon lekker schijnt, tut ik mezelf op terwijl mijn katten zich schoonlikken. Ik schrik van harde geluiden en verstijf van angst bij felle beelden. Intense belevingen hebben veel verwerkingstijd nodig in slaapjes doorheen de dag. Mijn bed is een holletjes aan zachte kussens met middenin net genoeg plek om op te rollen. Ik ben een sfeer-spons die dynamieken voelt nog vooraleer woorden zijn uitgesproken. Als mijn gevoel niet bij het woord past, raak ik in de war. Ik kijk dan met grote kattenogen in een alerte blik naar die vreemde verschijning, niet meer wetende wat er gaat gebeuren en vooralsnog klaar om weg te springen. Zeker weten een kattenmens.
Kun je van een kat een hond maken? Laatst kwam de kat in mij vast in het garen door het blaffen van een vriend die zich doodergerde aan het ontbreken van strepen in mijn bestaan. Met aandrang vroeg hij van mij een vette streep als duidelijk antwoord op zijn vraag. Hoe kan ik een streep trekken als de enige strepen in mijn leven zich vaag op mijn vachtje aftekenen? Hoe weet ik wat de dag van morgen brengen zal? Ik blijf als kat rond de hete brij lopen, begrijp zijn frustratie. In vriendschap als kat en hond leven, dat is niet voor de poes want ik ben geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. Deze kat kan het muizen helaas niet laten. Ik snap nu waarom ik moeite had met aansluiting vinden in het onderwijstype gesteld op een hondencultuur. Hondenscholen zijn gangbaar. Heb je al van een kattenschool gehoord? Mijn pc onderstreept dat woord meteen rood. Elke ochtend om acht uur fit in de klas verschijnen. Regeltjes volgen die strak bedacht zijn om hondenmensen te produceren die haast kwijlend voor een beloning bij de juf staan. Mijn extravagante impulsen verdoven tot makke hondenpootjes die voor de schoolleider buigen. Mijn pootjes willen helaas niet de lucht in voor welgemanierde kunstjes. Mijn kattenpoten willen geheimzinnig sluipen op ontdekking naar iets nieuws, iets spannends, iets interessant. Iets wat ik ver van tevoren onmogelijk kan bedenken.
Ik rij voorbij het veld en zie mijn kat in volle vaart als een witte pijlstaart
door het gras schieten. Wervelend naar zijn doelwit. Ik voel mijn pupillen vernauwen tot parabool, de donshaartjes boven mijn lippen verstrakken tot snorharen en de adrenaline door mijn lijf gieren bij het zien van het ranke lijf van een albino puma die in deze volle vijf seconden helemaal voluit gaat. Straks ligt hij voor pampus op het vachtje van de appelkist bij te komen, weet ik. Mijn kat is net
als ik een sensitieve sensatiezoeker. Plots licht mijn brein op in het reduceren van labels als high sensitive person en high sensation seeker tot de simpele constatering: Ik ben gewoon een kat. Twee katten za-ZEN-d voor het raam tot een avontuur ons uit de ochtenddroom wekt.
Mademoiselle Marteaux