Met Ziel aan het stuur.

05-10-2024

Er was God en er was mijn voertuig. God die boven mij stond wist alles beter. Hij maakte nooit fouten, nee. Ik wel natuurlijk. Ik was een nietig mensje. Nietige mensjes worden bestuurd. Ik kom uit een katholiek nest. God haalde het ruimschoots van de agnost die mijn vader inspireerde, dus met de Heer moest ik het doen. Bij oma, zonder gebed niet naar bed. Op zondagen steevast naar de kerk. De godsdienstlessen op school. God zat op z'n wolk en hield ons in de gaten. Kinderen besturen was de taak van verkeersregelaars die in Zijn naam gepaste richtingen aanwezen. Je wil niet weten hoe cultuur onderhuids doordrongen blijft van normen en waarden die ooit in religie hun oorsprong vonden. Het volgzame in mij vertrouwde blindelings op bestemmingen buitenom bepaald. Ondanks de wegen die ik insloeg nauwgezet waren voorgetekend; jong stond ik voor dit dilemma: wie plaats ik aan het stuur van mijn voertuig? God was druk in de hemel dus organiseerde ikzelf de inzittenden. Ik vulde het rijtuig met ego want ja, de wagen kon niet leeg blijven. Ziel lag stil in de kofferbak. Haar gebruiksaanwijzing ontbrak. Angst ging als meest voorzichtige keuze aan het stuur. Niet dat God er rechtstreeks mee te maken had, vrees zat vooral in het misbegrip van aanduidingen. Ik was bang om fouten te maken, angstig voor de straf die volgde. Rebel was nog niet geboren. Wijsneus kwam pas in de fase van verstand. Naast Angst zat Fantasie. Fantasie werd in het leven geblazen om Angst gerust te stellen in zelfbedachte sprookjes. Ze maakte bloemenprairies van beton, toverstafjes van lantaarnpalen, gevleugelde paarden van oversteekplaatsen en de grauwe lucht kleurde ze in regenbogen. Fantasie kalmeerde de zenuwen van Angst achter het stuur in haar faalangstige perikelen. Fantasie legde haar zijdezachte hand op de pook en stuurde bij. Angst en Fantasie werden ongetwijfeld de beste maatjes. 

In mijn tienerjaren schopte Rebel Fantasie brutaal uit mijn voertuig. De vrijzinnige vechter met de sigaret in de ene hand en de pint in de andere vond de droombeelden welletjes geweest. Ze wees de middelvinger naar God, vermeed regelrecht elke regelaar, negeerde zowat iedere aanwijzing van buitenaf. Angst werd zonder pardon vastgesnoerd in de kinderzit op de passagiersstoel. Wijsneus nam verstandig plaats midden op de achterbank met kilo's aan naslagwerken paraat om Rebel en Angst allebei de les te spellen. Ze hield het tweetal nauwlettend in de gaten en gaf vakkundig om ongevraagd advies. Ze bemoeide zich werkelijk met elke Rebelse zet en iedere Angsttrek. Alsof dat niet genoeg was hield ze nauwgezet in het oog wat de bestuurders in andere voertuigen deden, in een kritische mening met de bestwil om mijn voertuig ongeval-vrij te houden. Rebel kraste erop los, die deed maar wat. Rebel dwaalde in de waas van haar privé gevecht.  

Veel later pas ging de deur open voor een elegante dame, Vlindervrouw. Haar leren rokje nam plaats op de schoot van Rebel. Ze zou Rebel helpen met spannende avontuurtjes. Haar charmes draaiden de regelaars rondom haar vinger. Ze verleidde om aandacht te trekken. Ze wist zich binnen te werken. Vlindervrouw maakte ons voertuig aantrekkelijk voor buiten. Het voertuig op zoek naar feest. Vlindervrouw ontnam het zicht van Rebel terwijl Angst steeds harder krijste van schrik door de wilde zetten van dit losbandig duo. Losgescheurde bladen van Wijsneus vlogen rond in een te complex geworden verhaal. En Ziel? Zij zat al die tijd roerloos in de kofferbak. Ongekend, vreemd, verborgen in haar stille schijn. We wisten niet wat met haar aan te vangen. We leerden haar immers nooit kennen en in dat mysterie bleef ze onbemind. God met zijn regelaars in die vele normen en waarden maakten Ziel als leidraad overbodig. Wat heb je aan een Ziel als hij als grote baas regeert en de vele verkeersregelaars van Vadertje Staat beslist mij als mens de weg wijzen?

Zet je schrap, glunderde Rebel, Ik neem deze bocht, zin in een avontuurtje. Doe maar, gniffelde Vlindervrouw enthousiast. Niet doen! brulde angst het uit, deze afslag kennen wij niet, blijf op de weg die ons bekend is. Wijsneus bazelde er langdradig doorheen als altijd met commentaar in een vernuftige risico-analyse. In die bocht gebeurde het. De grote botsing. In die stonde dat alle midden zoek was. Rebel verblindt in de roes van haar waan, Vlindervrouw verorberd door haar zoet, Wijsneus verdwaald in mentale uitgravingen en Angst verstijfd van schrik. Mijn voertuig botste frontaal tegen het leven in een Perte Totale. Vlindervrouw werd frontaal geraakt, met een staaf van staal door haar schaamstreek net als Frida Kahlo in haar ongeluk. Rebel tot de nek verlamd. Wijsneus in puin met een schedelbreuk. Angst kwam lichamelijk ongedeerd uit de veilige kinderzit, al ging ze in de crash emotioneel kapot. De restanten van een voertuig werden als grofvuil weg getakeld uit de drukke banen van het leven. In een zwarte hal verbleven we lange maanden als schroot. De enige die niet geraakt werd in dit vreselijk accident, was Ziel. Ziel kwam ongeschonden uit de plooien van de koffer. In haar liefde verzorgde zij de vier gekwetste kinderen die veertig jaar mijn voertuig bemanden. Zij nam ze één per één innig vast in haar armen en legde ze heel kalmpjes naast elkaar op de achterbank. "Ik zorg voortaan voor jullie", zei ze toegewijd. Ziel nam voor het eerst haar legitieme plaats achter het stuur. Ze knapte ons voertuig op in haar aanraking. Wat ze bezielde, herstelde. In het diepe donker revalideerde ze motor, koets- en lichtwerk. Ze stelde de versnellingsbak bij, laste bedradingen aan elkaar. Ziel keek door de achterspiegel naar de beduusde kindergezichtjes. Ze keek naar het bange meisje die eindelijk tot bedaren was gekomen. Naar de tweeling van dezelfde leeftijd, de ene in zwart leer en de ander met slimme bril. Ze keek naar Vlindervrouw in haar eeuwige jeugd. "Ik zie jullie", zei ze, "Jullie mogen er zijn zoals jullie zijn. Rebel, jij die altijd klaarstaat voor een stoere streek. Angst, met jouw bange handjes voor beide ogen. Wijsneus, steeds paraat voor een onderbouwde analyse. Vlindervrouw, in je wispelturige wulpsheid, jij beste vriend van Rebel." 

Ziel rijdt ons bezonnen uit de hal. We wennen aan het daglicht. We aarden op gebaande wegen. We voegen ons behoedzaam aan een grotere familie dan die van ons welbekend voertuig. We alfabetiseren aanwijzers langs de weg. Kijken met nieuwe ogen om ons heen. Openen opnieuw voor het leven. Ruim veertig jaar voor ik begreep dat mijn voertuig al die tijd minderjarig bemand was en onvolwassen werd bestuurd. Als kind op school leerde ik cijfers en letters lezen, maar voor de taal van mijn Ziel bleef ik geheel ongeletterd. Ik raakte gespitst op wat buiten mijn voertuig gebeurde. Had helemaal niet in de gaten welk toneel zich in mijn voertuig afspeelde. Al die tijd dacht ik dat de bemanning van mijn voertuig, ikzelf was. Ik identificeerde mij met vier ego's in een angstig-vermijdende hechtingsstijl. Geluk bij ongeluk ontdekte ik eindelijk mijn Ziel. Ik ontmoette de rechtmatige bestuurder van mijn natuurlijk voertuig. Zij begon mij van binnenuit te leiden. 

Met Ziel aan het stuur stopt voor mij de strijd met buiten. Richtingsaanwijzers hoeven niet langer vermeden, noch klakkeloos opgevolgd. Verkeersborden worden in acht genomen, bewust wat ze betekenen. Regelaars gezien of gehoord en opgevolgd na een inner-check. Verkeerssysteem begrepen, het nut hiervan ingezien. Rekening houdend met wat zich buiten afspeelt, kiest Ziel voor haar behoud, haar inslag. Ze besluit zelf een stilstand, vooruitgang, versnelling of vertraging. Ze pauzeert regelmatig op de bloemenweide voor Angst om te verpozen. Ze laat Vlindervrouw een nieuwe stijl aan aantrekkelijkheid zien. Ze rollebolt met Rebel en aait Wijsneus op haar bol, dankbaar voor nieuwe inzichten die voortaan uit haar onderbuik komen in plaats van enkel boekenwijsheid. Het komt geregeld voor dat er die dingen gebeuren buiten die één of meer kinderen overstuur maken waardoor ons voertuig een poos aan de kant moet. Het komt voor dat kinderen opstandig worden, misselijk zijn, willen vechten, in hun broek plassen, van slag raken, onrust voelen of te wild spelen. 't Is niet altijd lief en vree in mijn voertuig. Zeker niet. Soms staan we stil, dobberend tussen hoop en vrees. Ziel wacht geduldig tot de bui overtrekt. Dan gaat ze verder. Ziel die weet. Ziel die is. Ziel die weet wie ze is. 

Mademoiselle `Marteaux