Op zoek naar een betere wereld.
Ik zag ze gisteren. De blanke roma's van Zuid-Limburg. Op een steenworp van Heerlen, in ruïnes van wat ooit een magistraal landgoed is geweest en nu hun eigen dorp zou worden. Jonge kinderen op blote voeten met besmeurde gezichtjes onder een bos klittend haar. Tien en ongeletterd omdat lezen eigen keuze is. Krijsend in wilde gebaren, spelend hun spel. Moeders in losse kleden met borsten vol melk. De dochter van drie aan één borst, de baby aan de andere. Vaders met ontblote lijven en zeis in de hand, maakten het Amish-plaatje haast compleet. Er waren er ook die - hoe kan ik het zeggen - waarvan de ascetische indruk getuigde van een aanhoudende camino binnen eigen huid. Verderop wapperden de kleurrijke linten in de kale voorjaarstakken al even onbevangen in het rond.
Wat in hun harten leeft, is niet enkel dat ene verlangen wat elk mens in wezen raakt. Vrij zijn. Het teer hart is ook geraakt door geheel iets anders. Vereenzaming drijft hun zoektocht naar een gemeenschap die hun afzondering omarmt in een veilig nest. Uiteindelijk willen we allemaal ergens thuishoren. Ik zag geen echte blije gezichten vandaag. Wat ik dacht te zien is als een hunkering naar een onvervuld verlangen. De vermoeidheid van het altijd zoeken, het nooit echt vinden.
Met een traan en met een lach ben ik lang genoeg diezelfde weg gegaan om te beseffen dat het niet mijn weg is naar geluk. Het voelde voor mij als een zonderlinge reis vol bittere teleurstellingen omdat die grote droom steeds maar niet wilde lukken. Samen willen en tegelijk alleen zijn in alle onvervulde idealen. Altijd zoeken, en nooit echt vinden. Toch is het voor mij geen geheel afgesloten hoofdstuk. Hun onstuimig bloed stroomt ook doorheen mijn aderen. Die eigenzinnige blik prangt door mijn irissen naar binnen en kleeft aan. Ik weet wat ze bedoelen. Ik voel hetzelfde verlangen. Thuiskomen in een wereld die resoneert met wat binnen leeft. Dezelfde kleurrijke linten wapperen ook in mijn dromen. Ik kom er op bezoek in heugenis van dat wilde gen in mij, opdat beschaving mij niet te mak maakt of te volgzaam. Hun toewijding, daar buig ik voor. Alleen hoeft dit leven voor mijn zo rauw niet meer. Het hoeft niet meer als terug in de tijd. Ik heb mijn zeis geborgen, hiermee het zwervend bestaand ingeruild voor meer gemak. Strijdlust voor gemoedsrust. De heks mag eindelijk van de brandstapel af, lekker met een nespresso in een Kneippzout voetbad. Liever beide voeten in de bitterzoete realiteit, dan een wankel been als fantast in utopia. Geluk ligt in mezelf, weet ik nu. Ik hoef er niet gepakt en gezakt naar op zoek. Ik kan er op elk moment heen, in een moment van stilte op het werk of in de stad. De kleur die ik geef aan de lens van mijn perceptie, die verkies ik zelf. Dat is mijn vrijheid. Dan zie ik de wereld in bonte linten naast alle tinten grauw en grijs uit de nieuwerwetse wereld, precies zoals in mijn droom. En zo verandert de hectische grauwe stad in een bruisend complex van rotsige schakeringen. Voel warmte in de schijnbaar kille harten om me heen.
Ik zie de heropleving van een doorleefd ras. Kundalini slangen kronkelen tussen hun wervels door in het ritme van spirituele gezangen. Ze dansen ecstatic in de schoot van sjamanen, lichtwerkers, mantra-zangers en tantra-experts. De hectiek van deze tijd daagt de vrije ziel uit tot losbreken uit een nauwer wordend verband. In die drang naar verlossing van alles wat er nu niet lijkt te zijn… In een boezem die warmloopt voor een nieuwetijd van licht en liefde, vinden ze elkaar. Steeds sneller, steeds meer. De new gypsies.
Mademoiselle Marteaux