Paradijs in muizenissen.
Een grijze muizencultuur teelt grijze muizen. De niet zo gevoelige mens schijnt best te gedijen in muizenissen. De hoog gevoelige mens kan onmogelijk een muis zijn. Het heeft vooral last van die muizenissen in het hoofd. Als je geen muis kan zijn in een grijze muizencultuur is aansluiting vinden nogal wat. Zeker als je uiterste best doet om als muis door het leven te gaan, terwijl je eigenlijk een paradijsvogel bent. Paradijsvogels kunnen het prima doen in een muizencultuur. Dan niet als muis, wel als vogel. De oplossing ligt in het uitleven van onze ware aard. In het verlaten van de muizenverzameling en het huisvesten in de eigen verzamelsoort kunnen paradijsvogels en muizen in het middengebied relaties aan te gaan. Allerlei soorten relaties. Het oeroude symbool Vesica Piscis toont die vorm van twee, perfect in balans in het midden, waar er ruimte is voor transformatie en verzoening.
De cirkels symboliseren interactieve maar complementaire tegenstellingen.
De ruimte binnen de overlap is de plaats waar we opgeroepen worden om 'even stil te blijven'.
Dit is de plek waar je aankomt nadat je de ene kamer hebt verlaten, de andere niet bent binnengegaan.
Op deze plek leef je op de drempel en dit vereist geloof. Alle transformatie vindt plaats in die ruimte.
– Richard Rohr -
Hooggevoelig zijn in onze cultuur betekent nog steeds gevoelens van afwijzing, afzien, afzondering ervaren. Dat is jammer want inmiddels is vijfentwintig procent van de bevolking hoog sensitief en dat is niet niets. Toch blijft de grijze muizencultuur terughoudend voor paradijsvogels in hun opvallend en open, hevig en intens, liefdevol en gevoelig, lijfelijk en rakend, verrassend en gevoelig zijn. Cultuur is niet tegen sensitiviteit. Het moet alleen nog wennen aan het fenomeen. Het gaat steeds minder lastig zijn voor hoogsensitiviteit omdat het straatbeeld vrij snel verandert in de forse toename van gevoelige zielen. Gevoeligheid gaat steeds meer vrijuit. Er komt meer ruimte voor intense voelers. Dat ze nu nog relatief onzichtbaar zijn, is omdat HSP's druk zijn met het herstellen van hun natuurlijke gevoeligheid, die helaas grondig gepluimd werd in opvoeding. Ze hechten nu als een wilde de geamputeerde vleugels, ze wassen de grijze kleur van de verentooi, ze lossen het snoertje rond de zangsnavel, ze stalken hun ranke pootjes, ze warmen het hartje in zelfliefde. Straks vliegen ze uit als paradijsvogels. Dan begint het spektakel. Dat is maar goed ook want de grijze muizencultuur is de boel behoorlijk aan het vergrijzen. Het mist aan zachte liefde. Voor sensitieve zielen is zachte liefde alles. We hebben zoveel liefde om te delen. Voor een HSP is het normaal dat leerkrachten lesgeven uit liefde voor kinderen. Dokters behandelen uit liefde voor klanten. Gemeentes besturen uit liefde voor burgers. Liefde is alles. Een samenleving zonder HSP's zou oppervlakkig, harteloos en ruw worden. Het zijn die gevoelige zielen die harten raken. Hoe ze dat doen? In hun zorgzame empathie bijvoorbeeld. In hun oog voor esthetiek. In hun rechtvaardigheidsgevoel. Ze raken harten met hun muziek, berusten zielen in hun ontspanning, bevochtigen ogen in hun dans, verfijnen taal in hun communiceren, brengen mensen bijeen in hun verbindende aard, brengen heling in hun geneeskracht, verwarmen lijven met hun energie, schenken visie in blinde vlekken, bedenken ideeën bedenken voor vernieuwing. Ik kan nog even doorgaan. Niet alleen in kunstzinnige beroepen, in alle beroepen zijn ze nodig. Hooggevoelig zijn is een fantastische gave waar de maatschappij absoluut niet zonder kan. Kan dat onze nieuwe overtuiging zijn?
Het probleem van HSP is niet de hooggevoeligheid op zich, het is een sociaal probleem. HSP's houden zich schuil achter gevoelens van angst om gek, raar, belachelijk of incompetent gevonden te worden. Ze vliegen makkelijker uit de bocht, ook daar zijn ze beschaamd voor. Deze schaamte speelt mij al een leven lang fratsen. Op school leerde ik dat iets aan mij niet door de beugel kon volgens maatschappelijk normen. De kloof ervaren tussen wie we zijn en wie we willen zijn, doet pijn. Mijn herstelwerk van voorbije maanden was de paradijsvogel in mezelf verzorgen. Dat deed ik in de schaduw van een holletje in een hoge boom, afgeschermd voor hetgeen me kwetste. Verstoppen was helaas nodig omdat ik te ver ben gegaan in muizenissen. Ik ben onderweg flink beschadigd geraakt. Ik hoop dat mijn gevleugelde vrienden sneller ingrijpen. Nu mijn vederdracht plusminus voltooid is, mijn snavel verlost en mijn hartje verwarmd raakt, voel dat ik buitenritjes wil maken in het daglicht. Trouw zijn aan mezelf gaat de oefening zijn van komende tijd.
De taboe van hoog sensitiviteit kan opgeheven worden als paradijsvogels eindelijk de grijze kwasten laten bij grijze muizen. Als het vergelijk ophoudt met die andere vijfenzeventig procent die andere kwaliteiten heeft maar niet de onze. Als we de samenleving niet langer zien als één grote muizenverzameling met HSP uitval aan de buitenrand. Eerder als een Vesica Piscis waar twee verzamelingen als Yin en Yang tot unie komen in het midden. In dat gebied kunnen muizen leren Leven van paradijsvogels, vogels leren leven van muizen, zonder de aard van het beestje te willen veranderen. Je gaat opmerken dat muizen behoudend zijn als het gaat over hun verzameling. Het is aan paradijsvogels om hun eigen verzameling te herstellen, te verzorgen en ervoor te kiezen om enkel in dat tussengebied onderonsjes te organiseren met muizenissen.
Mademoiselle Marteaux