Seksuele mystiek onder geweven appelblauw zeegroen.

19-10-2024

Dit is geen erotisch verhaal. Het gaat niet over standjes, speeltjes of wat dan ook. Want dat doet er nu niet toe. Althans niet voor mij. Op dit moment draait het niet om de uitwerking van één of andere seksuele uiterlijkheid. Deze tekst gaat over 'thuiskomen in jezelf' als basis. Wat zich vanuit die plek ontvouwt in de seksuele sfeer, kan vele kanten op. Vele kanten zijn er om te verkennen. Al ging mijn seksualiteit het meest van de tijd van een leien dakje, ik ervaarde vrij zelden een diepe bevrediging achteraf. Na de liefdesdaad bleef ik dikwijls achter met een leegtegevoel in mijn onderbuik. Een gemis. Ik voelde me in mijn gehele leven ontheemd van vrouwelijkheid. Ook hier ontbrak iets essentieels waardoor seks hol voelde bij afloop. Ik miste het thuiskomen in mezelf. Heimwee-de. Het is alsof ik er ooit ben geweest, er ooit deel van heb uitmaakt. Een plaats die ik onderweg ben kwijtgeraakt. Een plaatsloze plaats die ik mij vaag herinner bij het lezen van oude vertellingen over vrouwen die wisten hoe te verbinden met iets groters dan zichzelf. Ze namen de man mee naar die plaatsloze plaats waar 'ikjes' vervagen en het 'wij twee als één' versmelt met IETS wat nauwelijks te benoemen is. Het gemis aan vrouwelijkheid in mijn leven deed me vallen. Een vallen door alle lagen heen, geen bodem meer voelen. Het donkere aanvoelen nooit ergens thuis te horen, nooit helemaal aan te komen. Die val startte mijn zoeken naar de stem van de onderbuik, die al die tijd in mij bleef roepen. Ik luister naar de stem die mij terugroept naar mijn vrouwelijke bakermat: mijn bekken. In lichaamsbewustzijn kom ik stilaan terug thuis in het stroomgebied van mijn bekken. Vanuit die genesis herbeleeft de vrouw die voor lang verboden werd, flarden aan seksuele mystiek uit ver vervlogen tijden. 

De hele ochtend werk ik met zorg mijn meditaties af. In een oefening met de naam 'tempelreiniging' die ik leerde in een opleiding, zet ik verbeeldingskracht in om vanuit mijn voeteinden waterenergie uit de aarde op te slorpen. De waterstroom sijpelt langs mijn benen, over mijn onderbuik om uit te monden in zachte bewegingen rond mijn bovenbuik. Over de onderrug vloeit de stroom terug over de benen naar de aarde. De ophalende en afvoerende bewegingen die ik herhaal, vult mijn bekkengebied zich met waterkracht. De tempelreiniging zet zich voort in een hartmeditatie. Ik trek de levensenergie op tot in mijn hartstreek waar lussen de buik en het hart met elkaar verbinden. Ik leg mijn hand een poos op mijn hart en luister naar haar stem. De laatste maanden heb ik mijn leven toenemend vertraagd om de stem van mijn lichaam te horen, die bedeesd was geworden omdat we elkaar uit het oog verloren waren. Het gros van mijn leven was ik een wandelend hoofd geweest tot het hoofd het liet afweten. In dat hoofd-stuk van mijn leven ontdekte ik een aanhangsel onder mijn nek: een paar schuwe borsten, een stijve onderrug, een verwilderde schaam-streek en een roerloos bekken. We leren elkaar beter kennen. We beginnen elkaar ontzettend leuk te vinden. Ik heb ook mijn hart hervonden. Het verschool zich in een innerlijk bouwwerk die als versterkte burcht door het leven ging. Ook mijn hart en ik beginnen elkaar buitengewoon fijn te vinden. In mijn hart bindt ik van de rechterkamer tot de linkerkamer een hangmat over die twee andere kamers heen, om te verpozen. Mijn gewortelde ziel landt met een zucht in de curve van een ontspannen lijf dat dooraderd is met het bruisend. 

In die reine sfeer ontmoet ik hem. Wij die als partners verstrikt raakten in een de turbulente dynamiek van bindingsangsten die meesterlijk waren in het inluiden van de aankomst en het afblazen van de aftocht, ongeveer tegelijkertijd. De onstuimige vaart van aantrekken en afstoten op een zee die geen haven kende, putte ons zodanig uit dat we besloten om de relatie voor gezien te hielden. Om eerst onze angsten onder ogen te zien. We bleven nog een tijdje vrienden, ook in deze bijzondere ontmoeting. Ik had nooit kunnen voorzien tot welke diepgang mijn voorwerk ons die middag zou brengen. We hadden in onze samen-tijd iets in de trant van tantra beleefd. We noemden het tantra al hadden we nooit tantra gevolgd. Tantra was onze noemer voor slow down vrijen. Ik die dacht dat versmelten een onwerkelijke droom was waar ik vooral uit mocht ontwaken. Een onwerkelijke fantasie die alleen in verbeelding bestaanskans kreeg. In meditaties versmolt ik die ochtend met mezelf. Wat daarop volgde was een herhaling van de oorspronkelijke figuur die ik eerder in mij verzinnelijkt had: het samenvloeien van de irrigatiewerken in mijn lichaam, nu met de zijne.

We liggen tegen elkaar aan op de bank met over ons heen een deken die onze warmte als in een cocon omhult. Een deken van los geweven stof in appelblauw zeegroen waaronder we gefilterd ademen. Het felle daglicht verduistert tot een mysterieuze schemer in dat nestje waarin zich een moment van liefde deelt. Het sleutelwoord voor seksuele mystiek is in basis ongecompliceerd: een hoofd opgehouden met kletsen, een ziel neergedaald in het lijf, een verbonden hart, een warm bekken en het vertragen van elke beweging. Zo eenvoudig en tegelijk zo vreselijk moeilijk omdat we dit niet gewend zijn. Ogen die elkaar de hele reis niet loslaten, de verbinding geen seconde verbreken. Verlangzamen en nog langzamer gaan dan dat. Alsof het volledig beeld zich in slow motion vertoont. Als elke daad heilig wordt gemaakt, dan is heiligheid de sfeer. Elke lichaamscel vervult zich in een heilige sfeer; een vervulling die raakt aan vol zijn van het Leven zichzelf. Seksualiteit als vorm kan zoveel zijn. Het kan spel zijn, in onschuld of in ondeugd. Het kan ontdekken zijn, met vallen en opstaan, in inspannen en weer ontspannen. Voor wie oefent, kan het zoveel meer worden: het ontvouwen van een diepgang die geen naam behoeft, geen strekking, geen graad en geen diploma. 

Als een vrouw de tijd neemt om regelmatig te oefenen in diep zakken in haar lichaam. In de éénwording met haar heupen, in het eren van haar Venus-streek die never nooit meer schaamstreek genoemd wordt. De luiken van haar hart opent. Zich leert verbinden met het bruisende water dat diep in de aarde stroomt. Dan stroomt ze een heel eind mee, want dat is haar natuur. Dan vloeit ze vrij in haar bekken. De man kan meevaren op haar wateren. Hij kan meevloeien in de stroomversnelling binnen haar heupen om aan te meren bij haar midden. Verpozen bij het liefdesvuur aan de oevers van haar Ganga. Een man die zich eert en die de vrouw eert. Hij die zijn seksualiteit zuivert, met zijn adem zijn lozingen beheerst, draagt bij aan het samen verkwikkende vuur van twee vlammende zielen die naast elkaar samen oplichten. Een vrouw die haar lichaam diep in de aarde wortelt, laat de man aan haar opklimmen tot hij zich kan laven aan de bron die ontspringt uit liefde voor het Leven. De vrouw is overvloed. Zij is het Leven. Als ze dat kan voelen, wordt seksuele mystiek onder geweven appelblauw zeegroen een feest samen gevierd uit liefde voor het Leven. 

De seksuele bron is bij de meeste vrouwen afgesneden aan haar enkels. Haar bron is opgedroogd door de verwoestijning van een patriarchaat die seksualiteit onteerde tot iets vlak, oppervlakkig en enkel erotiserend. Vrouwen weten niet meer hoe te wortelen in de aarde om daar de bruisende energie van de riviergodin tot zich te nemen. Samen met haar te vloeien langs de overvloedige oevers van het Leven. Vrouwen voelen heimwee naar die onuitputtelijke bron van vitale energie in zichzelf. Ze missen de verbinding met het groter geheel. Ze verlangen naar versmelting met hun geboortegrond, hoe dan? Die herinnering is zo ver weg en nooit echt weg. Ik ben niet meer getalenteerd dan een ander. Ik ben vrouw als alle vrouwen. Zij die bij vlagen van ver herinnert. Ik stoei ermee, ik ontdek opnieuw, ik verlies mezelf, hervind me weer, ga open en sluit soms, ik geniet meer, voel. 

Mademoiselle Marteaux