Verhelderende verhalen.
Op korte tijd heb ik twee keer verlies geleden. Ik verloor een nog prille en toch hechte vriendschap met een vriendin. We overweldigden elkaar in onze turbulente gevoelslevens. Levens die op zich al veel waren en tezamen nog meer werden. Het verlies kwam uit het niets. Op een ochtend belde ze mij op en dat was het dan. Voor altijd. Zonder kwaadheid en met opgehouden tranen werd ik uit haar leven gewist. Het raakte me diep. Ik verloor diezelfde week een vriend waarmee ik maandenlang genoot van huidfeestjes. Ik ging hem meer liefhebben dan bedoeld in een intieme vriendschap. Die onrust in mij gaf hem onrust waar hij geen blijf mee wist. De aankondiging kwam voor mij al even bruusk. Het kerfde twee gebroken hartjes in de schors van mijn ziel. Ik piekerde dagenlang over hoe en waarom dit alles kon gebeuren. Uiteindelijk raakte ik niet meer wijs uit mijn eigen verzinsels. Bosjes aan hersenspinsels in zompige gevoelsmoerassen brachten me tot aan de rand van een paniekaanval. Als angst mij overweldigt, heb ik gaandeweg geleerd om hulp te vragen. Ik vroeg om raad bij de Dzogchen coach. Hij vertelde mij een verhaal over een pijl in het hart.
Stel dat je onderweg bent en plots komt uit het niets een pijl die tot in het hart raakt. Wat doe je? Je bestudeert de pijl. Je merkt de grootte op van de pijl. Je verbaast je over de omvang. Je kijkt van welk hout het is gesneden. Je zoekt naar initialen. Je vraagt je af vanwaar die pijl zo plotseling komt en waarom het jou wilde raken. Je kijkt in het rond en speurt naar die van wie de pijl afkomstig is. Je verzint redenen die je kunnen uitleggen waaraan je die pijl verdient hebt. Ondertussen wordt de wonde in jouw hart pijnlijker. Gaat het hartzeer steeds meer bloeden. Of. Je denkt niet. Je zoekt niet. Je verzint niet. Je haalt de pijl voorzichtig uit jouw hart en dekt de wonde toe. Je kiest een goed plekje om bij te komen en in de dagen die komen dicht je de wonde toe met kruiden die goed zijn voor jouw herstel. Je troost en verzorgt jezelf liefdevol tot je lichaam weer op krachten is.
Wat heeft het voor zin om grote verhalen te bedenken als de pijn in het hart om directe zorg vraagt? Ik ben na dit verhaal naar huis gekeerd. Ik heb veel gerust. Ik heb mijn hand op mijn borst gehouden. Ik heb mijn hart gesust. Ik heb gehuild. Ik ben stil geweest. Ik heb tijd genomen. Ik heb bij het haardvuur gelegen. Ik heb cacao gemaakt. Ik heb mezelf omarmd in mijn bednest. Ik ben uit de grote verhalen gebleven. Ik heb de hoe en waarom vragen vermeden. Het uitpluizen gelaten. Er kwam kalmte in mij. Het denken ging sluimeren. Ik voelde dat het genoeg was om hartpijn rechtstreeks te voelen. Om de eigen wonde liefdevolle aandacht te geven. Hersteltijd maakt dat stormige emoties gaan liggen en de hemel in de bovenkamer opklaart. Later ging ik terug naar de coach om nu pas te begrijpen waarom ik telkens verlating aantrek in mijn leven. We hielden het verhaal dit keer dichtbij mezelf want anderen zijn slechts reflecties van eigen schaduwen. De personen die je kwetsen zijn enkel spiegels die verwijzen naar een ongemak in onszelf. We hoeven niet verder te zoeken dan onopgeloste kwetsuur in ons. Mijn verlatingswonde helen en gaan voor verbinden met mezelf en anderen voelt nu als een onbegaanbare weg die door mezelf nog nooit belopen is geweest. Zolang ik me kan herinneren ben ik bang geweest om verlaten te worden en in die angst had ik mezelf en andere verlaten. Dat was ik gewend te doen. Dat pad beliep ik veertig jaar. Hoe dit patroon omdraaien? Waar beginnen? Een vriendin vertelde me een verhaal over nieuwe wegen maken in de jungle.
Stel je hoofd is een jungle met aapjes. De aapjes staan voor de impulsieve gedachten die onstuimig en met veel kabaal door de jungle van tak tot tak springen. Die wispelturige aapjes zijn de wisselvallige gedachten die jou doen twijfelen, aan het piekeren brengen of wakker houden. Ze zijn grillig in uiterste emoties van opgetogenheid, drift, boosheid, ongeduld, verrukking, chagrijn en ga maar even door. Jij wandelt op die bekende paden in het brein die al eeuwenlang zo bewandeld zijn. Je wordt afgeleid door de apen die heen en weer om je hoofd slingeren. In de verte zie je een olifant geplaagd door apen. Je helpt de olifant met het wegjagen van de apen. Je voelt de verstilling die de olifant in zijn langzame pas met zich meebrengt en besluit voortaan naast de olifant te wandelen. Je merkt dat de belopen wegen jou niet brengen waar je wil zijn. Je gebruikt je hakbijl om nieuwe wegen te kappen. De woeste begroeiing lijkt eerst nog ondoordringbaar. Je schramt je huid en weet niet waar de nieuwe weg zal leiden. Het is erg spannend. De olifant helpt mee in stronken verplaatsen en het platdrukken van omgehakte twijgen. Zo ontstaat een geleidelijk aan een nieuwe weg. Jouw weg. Een weg die de aap nog niet kent.
Ik ben mijn eigen weg aan het vrijmaken in de chaos van het onbekende. Niet wetend waar het mij naartoe zal brengen. Niet wetend wat ik onderweg zal tegenkomen. Het maken van een nieuwe weg vraagt tijd. Ongeduld houdt me soms van mijn werk. Of een pijl in het hart. Of als ik achteromkijk naar die vertrouwde wegen die ik achterlaat in een diepe zucht. Als ik de moed herpak, mijn hart verzorg en een hand leg tegen de robuuste huid van de olifant, dan verheug ik me op dat nog onbelopen pad dat zoveel beter past bij mij.
Mademoiselle Marteaux