Wat is liefde?
Wat een groot woord. Liefde. Wat een ruime vraag. Een vriend stelt dat we groepsdieren zijn die net als aapjes voedsel met elkaar delen, ruggen ontvlooien en ondanks dat ze zich de kop zouden inslaan voor een banaan, blijven ze vooralsnog samen in groep. Die aantrekkingskracht raakt voor hem aan liefde. Nog een vriend vertelt dat hij de liefde nog niett is tegengekomen in zijn leven. Aansluitend vertelt hij over zijn tranen vandaag in een workshop bij het luidop kunnen uitspreken van de liefde die hij nog pril voor zichzelf voelt. Een vriendin schrijft dat het liefde is om er onvoorwaardelijk voor jezelf te zijn. Vanuit die verbinding met jezelf, voel je de verbinding met de ander. Een vriend die wel honderd tegels kan verzinnen voor liefde zegt dat het liefde is om iemand te vinden waarmee je je leven wil delen. Mijn zoon die zijn antwoord het liefst stevig onderbouwt, vraagt de definitie van liefde aan Wikipedia die best knap formuleert: liefde is de diepe acceptatie van en de genegenheid voor, de welgezindheid tot of toewijding voor een ander of zichzelf.
Liefde kan zoveel zijn. Liefde lijkt voor iedereen weer anders. Einstein zou stellig zeggen: liefde is relatief.
Is ware liefde voorwaardelijk of onvoorwaardelijk? Nog een breinbreker. In een spirituele fase in mijn leven koos ik om onvoorwaardelijke liefde uit te proberen in de overtuiging: wat je ook doet, ik hou van jou. We beloofden hevig van elkaar te houden, ondanks alles. We waren vrij te doen en te laten waar we zin in hadden, mochten er meerdere lieven op nahouden en jaloezie moest voor eens en altijd verleden tijd zijn. Persoonlijke problemen werden we geacht zelf op te lossen en wat de ander ook uitspookte, we bleven positief over elkaar spreken in het openbaar. Die onvoorwaardelijke liefde werd de pijnlijkste relatie in mijn leven. Pas later besefte ik dat het vooral een alibi was om te genieten van de lusten en af te zien van de de lasten. Die zelfzuchtige vorm kon onmogelijk liefde zijn. Het experiment bracht me bij de basis van liefde.
Zelfliefde. Ik ontdekte dat er alleen gezonde vormen van liefde onder mensen kan zijn met zelfliefde als basis. Als er geen zelfliefde is, is de ander geneigd om in de ruimte van de ander te kruipen om daar iets te halen. Iets wat het zichzelf niet kan geven. Liefde wordt dan iets dwingend in zelfopoffering in een disbalans tussen de machtige en de onmachtige. Dwingelandij kan onmogelijk liefde zijn. Zelfliefde is het eerste werk in een totaalpakket aan zelfkennis, zelfacceptatie, zelfzorg, zelfrespect en zelfvertrouwen. Het is rekening houden met eigen grenzen. Het is mild zijn met onvolkomenheden. Het is jezelf onvoorwaardelijk lieven. De eigen ruimte aan liefde is het grote fundament voor elke verdere laag aan liefde die van daaruit opgebouwd kan. Vanuit zelfliefde kan liefde expanderen voor het onbekende, het ongebruikelijke, het ongeoefende om iets fonkelnieuw te ervaren. Als na een conflict mijn tienerdochter en ik bij elkaar komen om ruimte te maken voor een nieuwe ontmoeting om van daaruit tot consensus te komen, dan is dat voor mij liefde. Liefde is bereid die ruimte te scheppen voor gemeenschappelijk welzijn. Liefde kan de maatschappij zijn die LHBTI+ ruimte geeft ook al vind die daar persoonlijk wat van. Liefde is de LHBTI+ groep die evengoed een stap zet naar de maatschappij in het besef dat dit nieuw fenomeen voor mensen nog wel spannend is. Liefde is de werkgever die samen met de werknemer naar een functie zoek die binnen het bedrijf dat beter past omdat in een wederzijds verlangen om elkaar te behouden. Liefde is soms ook loslaten zoals bomen hun blaadjes opgeven om de bloemknop in de lente bloeikans te geven. Liefde voor mij is onbaatzuchtig afstand nemen van een geliefde die alle ruimte nodig heeft voor het herstellen van die eerste laag aan zelfliefde en nu geen extra ruimte kan maken voor meer dan dat. Ruimte voor liefde niet opeisbaar.
Ik heb gevoeld over wat liefde voor mij nu is. Liefde is beweeglijk als het leven zelf. Als ik krimp, krimpt de liefde. Als ik groei, groeit liefde mee. Een keer hoorde ik: Liefde is ruimte maken om het nieuwe te laten ontstaan. Liefde is in eerste plaats ruimte maken voor zelfliefde, heb ik ontdekt. Vanuit zelfliefde kan er ruimte bijkomen voor meer liefde. Die liefdesruimte kan zodanig groeien dat liefde meer wordt dan een ervaring met twee. In toenemende ruimte wordt liefde gevoeld voor een grotere groep of een hoger doel. Daarom is liefde voor ieder anders. Het hangt af hoeveel ruimte iemand kan besteden aan liefde. Ik geloof dat het merendeel van mensen op dit moment werkt aan die eerste laag: het herstellen van de liefdesband met zichzelf als basis voor een gezonde uitbreiding van elke volgende laag. Want als liefde zou betekenen: Ik hou alleen van jou als jij mij blij maakt, dan mag de eerste laag aan zelfliefde nog ontdekt worden voel ik. Hoe voorwaardelijker de liefde, hoe sterker liefde aan ons trekt met de vraag om de nauwe ruimte in ons uit de dijen tot liefdevolle ademruimte.
Mademoiselle Marteaux