In staat van overvloed.
Dit is een oude Indische vertelling over leven in overvloed. Een jongetje, welbekend om zijn optimisme, ergerde zijn ouder broer en vader in zijn enthousiasme over werkelijk alles. Ze wilden hem een lesje leren om hem met zijn beide benen naar de realiteit te brengen. Toen het jongetjes naar school ging, vulden de vader samen met zijn oudste zoon een hele kruiwagen propvol verse paardenmest en dumpten de hele lading op de vloer van de slaapkamer van de jongste zoon. Na schooltijd keerde het jongetje huiswaarts, ging naar zijn kamer, opende de deur en zag met verbaasde ogen midden op de vloer een gigantische hoop paardenmest liggen. Opgewonden gooide de jongen zijn tas aan de kant en begon enthousiast in de hoop te wroeten. Verbijstert vroeg de vader: "Zoon, wat je doe nu?!" Zijn zoontje antwoordde uitgelaten: "Met al die mest moet er ergens wel een paard zijn!"
Dit is de staat van in overvloed zijn, vertelde een Indische professor in een Tedex over zijn visie op vier peilers van geluk: overvloed, inspiratie, dienstbaarheid, bewustzijn. Voor deze column kies ik voor overvloed. In overvloed zijn, althans het gevoel van overvloed beleven, raakt voor mij aan gelukkig leven. Hoe doet je dat, in overvloed zijn? Het zou mij niet verbazen dat het eenvoudigweg een mindset is. Want alles is keuze, zei op een keer een vriend en ik geloof oprecht dat hij een punt heeft. Je kan niet helemaal voorspellen hoe je leven eruitziet, maar op elk tijdstip kun je ervoor kiezen om naar een situatie te kijken vanuit schaarste of vanuit overvloed. Er is een periode geweest dat ik enkel naar het leven kon kijken als naar een half glas leeg. Het leven was te weinig voor mij. Er waren kortstondige momenten van genoegen die ik buiten mezelf zocht. Daarboven heb ik periodes gekend dat ik al blij was dat ik überhaupt een glas had. Naarmate mijn aandacht minder versplinterde in het doen en laten van mensen wat mijn belevingswereld verkleinde, hield ik een flinke schep kostbare energie dichterbij mezelf. In de tijd dat zelfzorg mijn voornaamste bezigheid werd, ik paraat was zelf in te staan voor de vervulling van verlangens, zag ik in: Ik kan mijn glas ten eerste zelf vullen!
Ik voel me een pak minder afhankelijk van een partner, een familielid, een vriend, een collega of wie dan ook om het gevoel te beleven dat het leven ruim genoeg is. Waarin houden we ons klein? Wanneer zijn we bang om ruimte in te nemen? Waarin verspillen we energie? Waarom die dingen willen die het schaarstegevoel in ons voor heel eventjes voedt? We denken standaard in tekort. De staat van consumptie stimuleert het nooit genoeg. Er kan altijd en overal een schepje bovenop. Pas in het volgieten van mezelf met "inhoud" waar ik echt blij van wordt, vult mijn glas zich met genoegen. Het vertrouwen groeit dat er genoeg is van alle dingen die ik in essentie nodig heb: energie, tijd, ruimte, geld, liefde. Het gaat niet over wat je hebt, maar over wat je denkt dat je hebt. De heropvoeding van de gedachte heft het gebruikelijk tekort denken grotendeels op.
In de tijd dat ik begon te werken aan mezelf, merkte ik op dat niet-helpende gedachten van de criticus in mij vond dat mijn leven absoluut half leeg was. De saboteur slurpte gulzig aan het volume van de geluksbeker. Bij elke zin aan zelfkritiek slonk de omvang van mijn glas. Het in slaap wiegen van die strenge stem, tegelijk constructieve gedachtes motiveren om door te schijnen, was als een kannetje aan zuurstofrijk water dat mijn glas ruim boven de helft vulde. In de ochtenduren was de criticus vlijmscherp aanwezig. Maanden aan een stuk heb ik elke morgen mijn hoofd licht verteerbaar voedsel gegeven met podcasts vol affirmaties om de criticus tegenwind te geven met een hoofd afgeleid in het luisteren naar constructieve gedachten, ook al moest ik wennen aan het wollige. Zeker in de beginfase voelden de sterke meningsuitingen van de kritische geest potenter dan al het lieflijke. Nochtans was zelfkritiek een stugge, die als geen ander mijn geluksgevoel kon dwarsbomen. Het hielp mij geen meter vooruit in wat mijn hart wenste: Verbinding. Met mezelf, met de andere, met het leven. De wollige fase wierp uiteindelijk zoete vruchten. In de heropvoeding van gedachte tussen de koptelefoon, ontspant mijn lichaam zich nu en kan ik een paar kilo's aan denktroep lichter aan de dag beginnen. Ik mag zachtjes zakken. Er blijft tijd, energie en hersenruimte over voor meer luchtige dingen.
Het vraagt oefening om mindset te veranderen. Zoals het trainen van ons lichaam in sport, kunnen we gedachtes coachen tot een nieuw denken. Een alledaagse discipline. De middelen hiertoe liggen voor handen in de overvloed aan informatie over het net. Alle digitale boeken, online video's en trainingen, bewustzijnsverruimende podcast die helpen met een weldadige brainwash die ons leidt richting geluk. Ook al blijft de staat van overvloed bereiken uitdagend want we hoeven maar naar buiten te gaan of we worden geconfronteerd met altijd meer en nooit genoeg; in anderhalf jaar toewijding voel ik me een ander mens.
Het verhaal van het jongetje die in de mest het paard zocht, inspireerde mij als voorbeeld voor het volledig in de directe ervaring zijn. In het hier en nu met een open blik zonder dat vervelende of kritische gedachtes zich ermee bemoeien. Zich laten verrassen door wat ontstaat in het moment. Die mindset oefenen. Zonder mind zou het kind woelen zonder in vraag te stellen of er paard in de buurt is of niet. De gedachte in staat van overvloed richt zich enthousiast op het paard, op dat half glas vol en niet op de twist van vader en zoon wat een half glas leeg zou zijn. Hij blijft uit drama. Zijn gedachte ondersteunt de staat van overvloed dat online is met het Leven in plaats van offline in rampscenario's of allerlei bedenkingen of tekortkomingen tussen Mij en het Leven te laten komen. Alles is keuze, herinner ik mij van hem, ook de staat van overvloed.
Mademoiselle Marteaux