M. Marteaux

Na een resem aan overspanningen met bossen aan hersenspinsels en vennen van gevoelsmoerassen, met als finale zet een kanjer van een burn-out stond ik na een half leven hollen eindelijk stil. Al werd ik als gevoelsmens geboren, gaandeweg ging ik als aangepaste versie door het leven zoals het hoorde te gaan. Ik werd een vrouw die mee wilde rennen in een leven dat veel is, nogal vraagt, snel gaat en luid blijft. De laatste jaren strompelde ik achter de sneltrein dat het modern leven geworden is. Een trein die minder gevoelige mensen stipt op tijd haalden en ik niet. Ik weet niet eens meer of die trein mij uiteindelijk op de hielen zat of ik de trein. Om een lang verhaal kort te maken, het treinverhaal werd abrupt gestopt op een herfstavond toen ik plots mijn armen en benen niet meer voelde, me niet kon herinneren hoe praten ging en ademen niet meer vanzelfsprekend liep. Een zin was niet langer een geheel en alles in mijn lijf voelde als uiteenspatten. Vanaf die dag lag ik weken languit plat en de trein reed verder zonder mij. Lange maanden herstelde ik langzaam van een gebroken hoofd en een kapot lijf. Mijn manier van verwerken was door te schrijven. Na een basis aan herstel werd schrijven mijn lichtpunt doorheen de duisternis die volgde. Om te beginnen schreef ik veertig jaar aan ingehouden frustratie eruit. Dan over angsten, weerstand en vertwijfeling. Later verdiepte ik de subtiele zoektochten in mezelf die een inspiratiebron werden voor mensen die dichtbij mij stonden. Zij die zelf ook doorheen een pittig proces met zichzelf gingen. Op een dag besloot ik mijn verhalen te delen met een groter publiek. Om de gevoelige mens een riem onder het hart steken. Om te zeggen dat ze zichzelf niet mogen opgeven. Dat ze zichzelf mogen herontdekken en lieven zoals ze zijn. De wereld heeft gevoelmensen nodig. Om te verbinden. Om te verzachten. Om te verwarmen. Om te verdiepen.